Ze zeggen wel eens dat de tweede en de vierde plaats in de sport de meest ondankbare plaatsen zijn. Voor topsporters zal dat ongetwijfeld het geval zijn. Maar als je, net als ik, op toernooien vaak in de onderste regionen verzeild raakt, dan ben je toch al vrij snel tevreden. Het is nog maar enkele weken geleden dat ik de vierde plaats veroverde op het Doppel Turnier in Edewecht. Dat was het moment waarop ik dacht dat dit het wel was. Hoger als dit zou ik wel nooit mee komen.

Maar toen was daar plots het Riichi Dutch Open 2019. De eerste dag eindige sportief gezien met 2 eerste plaatsen en 3 tweede plaatsen met een zesde positie op de tussenstand. Culinair eindigde de dag bij Golden Rose, het plaatselijke Chinese restaurant. Behalve lekker gegeten werden ook de toch al vriendschappelijke banden tussen de Duitse en Nederlandse spelers verder aangehaald.

Ik zal het nooit toegeven, maar bij de start van de tweede dag was ik behoorlijk zenuwachtig. In de eerste plaats omdat ik zo’n hoge positie had en anderzijds omdat mijn vriendin me behoorlijk op de hielen zat. En dus gebeurde het onvermijdelijke: Een vierde plaats in ronde zes maar gelukkig zakte ik niet op de ranglijst.

Of dat de ommekeer was of niet, kan ik niet aangeven. In ieder geval stortte ik me vol bluf op ronde 7 met de leider op dat moment, Martijn Gulmans. Het werd een klinkende overwinning. Het goede gevoel nam ik mee naar ronde 8. Daar zaten, naast mijn talentvolle vriendin, ook nog twee cracks aan tafel: Martin Rep en Menno Deij. De eerste vier potjes won ik met een paar tsumo’s erbij op oost. De overige spelletjes werden door mijn tegenstanders over en weer gewonnen zodat mijn beginwinst ook de eindwinst werd.

Voordat de laatste ronde begon stond ik vierde. De opdracht was simpel. Winnen en hopen dat de mensen boven mij een steekje zouden laten vallen. En dat gebeurde dus. Ad en Martijn gingen beide de bietenbrug op. Sabine Manten won haar tafel wel zodat een, voor mij, fantastische twee plaats was weggelegd. Ik doe het ervoor.

Olav Sommers